Stil, luister, hoor en droom


Stil,… de wind vertelt.
Stil,… de bomen antwoorden.
Stil,… sta alleen verstelt
over deze schone akoorden.

Luister stil,… naar wat de wind ons zegt.
Luister stil,… naar muziek uit de bomen.
Luister stil,… de natuur is zo oprecht
daarbij kunnen wij slechts dromen.

Hoor,… er klinkt een stem in de wind.
Hoor,… een stem die roept ook jou
Hoor,… die stem is ook jou goed gezind
en belooft ons eeuwig trouw.

Droom,… van een land vol liefde en vree.
Droom,… van rust, liefde en geluk.
Droom,… van stranden aan de gouden zee
daar is geen haat, daar heerst geen druk.

Grenzen


Ergens trekken mensen grenzen
Delen landen in als eigendom
Geven toestemming om binnen te komen
Of weren alle buitenlanders
Die overtreden hun grenzen

Ook bestaan andere grenzen
Grenzen die niet zo zichtbaar zijn
Grenzen die doorstaan stormen
Vast gelegd in hart en ziel
Grenzen van waarden en normen

Die grenzen zullen nooit vervagen
Houden stand in oorlog of vree
Alleen sterke zielen kunnen die dragen
Altijd gaan hun waarden mee
Redden zelfs hun medemensen over zee

Stad van karkassen


Tussen dode karkassen
Met holle lege ogen
Loop ik door uitgestorven straten
Het enige leven
Is een hemel met vurige ballen
En af en toe een lichtflits
Als van een vallende ster

Het enige geluid is een overvliegende drone
Op weg naar een volgende lege wijk
En van heel ver klinkt zijn verwoestende werk

Een stad, uiteen gerukt
De agressors reageren tevreden
Weer een stad in hun macht
Ook al is daar geen leven meer te vinden

Een dictator heeft weer eer
Macht en roem verworven
Ten koste van hoeveel levens
Interesseert hem niet
Aan hem de macht

Ik behoef geen monument


Herinner slechts mijn woorden
Geschreven op een eenvoudig vel papier
Daarin legde ik de akkoorden
Momenten van verdriet of plezier

Hoelang wij nog zullen leven
Niemand weet dat vooruit
De etude hiervoor is nooit geschreven
Ieder weet ’t begin niemand ’t besluit

Voor mij hoeft geen zuil of zerk te wezen
Ik heb geleefd als bon vivant
Dat is in mijn woorden ook te lezen
‘s Avonds zag ik wel, waar ik ’s daags was beland

Waar, hoe


Hoopvol klinkt een lied
Hoop waarom de wereld vraagt
Hoop dat er gerechtigheid geschiedt
En eens oprechte vrede daagt

Er klinkt een roep uit nood
Een nood door honger en gemis
Volkeren bedreigt door dood
Waar elk vraagt waar uitkomst is

Geen begrip voor armoe en gebrek
Ieder ander zal ons een zorg wezen
Vluchtelingen behandeld als schandvlek
En nooit eigen geschiedenis gelezen

Er klinkt een roep de wereld rond
Een roep waar wij de oren voor sluiten
Een schepping verbonden onder één verbond
Wij sluiten onze broeders buiten.

Gierende emotie


Door mijn hoofd gieren woorden
Als storm in gierende wind
Onsamenhangend zonder enige akkoorden
Woest ritme dat rust verslindt

Hiërogliefen uit ver vervlogen tijd
Geschreven op rotsen
Geen inhoud, slechts woede en nijd
Die op strand en kliffen te barsten klotsen

Woorden die als zware branding
Daverend kusten overspoelen
Wrakhout en schelpen achterlaten bij landing
En pas op vlakke velden bekoelen

Zoals ik ben


Ik zou mij nooit boven anderen verheffen
En voel mij ook niet minder dan hen
Toch zijn er die mij willen treffen
Maar weet dat ik ook geen arme stumper ben

Misschien zul je mij ook niet begrijpen
Ik ben nu eenmaal zo ik ben
Ik zal in hoogmoed aan niemand vergrijpen
Ik aanvaard ieder zo ik hem ken

Ik ga de weg die ik zelf heb gekozen
Misschien niet altijd even recht
Maar die ging ook niet altijd over rozen
Ik volgde hem wel steeds oprecht

Dwars over bergen of door dalen
Ben ik met vele mensen opgelopen
Steun om samen één doel te halen
En op het goede eind te hopen

Poetins Rusland


Nooit zal de wereld vergeten
Jouw engelachtige schurkenkop
Met je onschuldige smoel laat jij weten
Nooit houdt mijn heerszucht op
In vele landen breng jij ellende
Steunt alleen waar onderdrukking heerst
Meedogenloos nog voor de wereld je kende
Wordt je door de duivel beheerst

Ook jouw leven is niet oneindig
Ook eens wordt jou de rekening gepresenteerd
De smaad die jou treft is dan niet weinig
Maar van vrede en goede raad heb jij nooit geleerd

In afwachting


De mensen wachten,
Wachten, op vrede,
Op rust en liefde

Een wereld zonder dwang
Zonder angst of pijn
Een wereld in vrijheid

De wereld wacht,
Wacht, op mensen,
Die bouwen aan vrede

Mensen die elkaar beminnen
En na jaren rust
Niet weer opnieuw beginnen
Met oorlog strijd
Bezetting en dwang
Mensen die de wapens
Smelten tot ploegen

Koffiedik kijken


Verwacht niets bijzonders op deze morgen
de dag begint als iedere nieuwe dag
zoals je steeds opstaat hopelijk met een lach
en blijf je ook vandaag verschoond van zorgen.

Tijd omsluit dingen, die je gisteren zag,
houdt in geheim en toekomst verborgen
of blijdschap overwint of andere zorgen
danwel geluk, liefde op deze nieuwe dag.

In stilte wagen we ons af te vragen
wat de toekomst ons straks weer brengen zal
kabbelt tijd weer als deze vroege morgen,

of zullen al onze pogingen slagen
om nu op te veren uit dit diepe dal
maar toch heeft iedere dag z’n eigen zorgen

Droom en werkelijkheid


Dromen die ik altijd heb gehad
Over rust, liefde en vree
Over vriendschap en gelijkheid
Ver weg over land of over zee
Ver over de horizon
Tussen alle mensen en volken
Tussen elk ras en kleur
Elk geloof of overtuiging
Alle leven onder de wolken

Helaas het blijven dromen
Dromen van verwachting en hoop
Op rust, liefde en vree
Die nooit schijnen uit te komen
Steeds hoort men tussen volken
Over oorlogen en twist
Geweld met moord en doodslag
Vallen slachtoffers links en rechts
Wordt rust verstoord door bedrog en list

Verzachten


Dichter waarom luister je naar je dromen
naar fluisterwoorden en taal die niet bestaan
met de vogels over grenzen vliegen gaan
verwacht je dat er echt ooit van zal komen

ach geef je niet over aan woorden van waan
daar iedere illusie wordt ontnomen
aan bestaan zul je nooit kunnen ontkomen
realiteit is hard denk daar toch maar aan.

Ach dichter wat er ook nog mag gebeuren
droom jij maar elke dag en nacht je dromen
fluister jij je zachte woorden door deuren

laat je wens van vrede overal komen
zodat geen hart door verdriet zal verscheuren
waar door geweld levens zijn ontnomen.

Herinnering aan “mijn” polder


Meerdere malen dwaalt mijn gedachte
naar de polder waar ik ben geboren
waar ik door velden zwierf in ochtendgloren
de zon vanaf de horizon mij toelachte

dan zie ik witte wolken door blauwe lucht
herinner mij nog vage bossen langs de kim
een verre struik als een nevelige schim
hoor de weidevogels in hun ochtendvlucht

nog stijgt de zon daar dagelijks over velden
en is het gras er nog steeds even groen
veel heeft voor economie moeten ontgelden

het weidse uitzicht is niet meer zoals toen
weiden zijn doorsneden met wegen en spoor
en nergens ligt er stilte meer zo in ’t gehoor.

Laaiende emotie


Storm van woorden
gierend door mijn hoofd
wachtend op de luwte
in dalen heerlijke rust
geschreven op rotswanden
hiërogliefen van weten
uit vers vervlogen tijd.

Woorden die in stormen
golvend tegen rotsen slaan
als zware branding
kusten overspoelen
brekend door duinenrij
pas op vlakke velden
beteugelend bekoelen.