Rentmeesters


Vanaf de hemel straalde zonneschijn
zegen aan de aarde gegeven.
Voor dier en mens, nog zo klein,
in vredig bestaan te leven.

Hoe anders dan de schepper had gedacht
heeft de mens zijn eigen lot bepaald.
Vrede en vriendschap om zeep gebracht
warmte van zonneschijn tot het nulpunt grdaald.

Toch heeft Hij Zijn liefde nooit ontrokken
ook al pleegden wij verraad
en braken Zijn schepping af tot brokken
Hij geeft Zijn woord dat Hij ons nooit verlaat.

Enkele reis


Langzaam aan nader ik de horizon
Niet meer zo krachtig kwiek als in ’t begin
Toen in ’t geborgene de reis begon
Nu vraag ik, al voorwaarts gaand, naar de zin
Wat was het doel waarnaar ik streefde
Zovelen reeds zijn mij voorgegaan
Waar is nu die vriend, die mens, die toen leefde
Wie kent nu nog hun namen, hun bestaan

Ach, iedereen gaat over eigen wegen
Voorwaarts over enkel spoor van station tot station
Niemand weet waar het einde is gelegen
Toch stapt men eens uit op ’t laatste perron
Begint dan het nieuwe leven in het nieuwe paradijs
Daar waar ons geloof en hoop op is gevestigd
Ligt daar het einddoel van onze levensreis
Wordt dan voor eeuwig de belofte aan ons bevestigd

Mijlpalen


Ik ontmoette vandaag de dood
In een zeer sombere omgeving
Met z’n grafstem sprak hij tot mij
En noodde mij mee te gaan
Maar ik heb zijn aanbod afgeslagen
Zijn ogen staan mij niet aan

Vandaag heb ik daarna ’t leven ontmoet
Tussen bloemen en bomen in zonneschijn
Zijn stem klonk als zang en harpsnaren
Kom dans, sprak hij, de weg is nog lang
Wees vrij om je eigen keus te bepalen
Nu ga ik met het leven mee,

Totdat toch….. de dood mij komt halen

Levensvragen


Wat is het leven meer
Dan een letter op een blank vel papier
Een seconde omgeven door uren,
Dagen, maanden en of jaren
Een kleine ster aan nachtelijke hemelboog
Een zonnestraaltje door dicht lover

Wat is het leven minder
Dan het weten dat je er mag zijn
Dan het verhaal door jou beleeft
In vele letters geschreven op papier
Het helder licht van die kleine ster
Zonnestralen die het lover strelen

Het leven is een song vol vreugde
Niet enkel zon, ook zo nu en dan een bui
Het leven zit vol verrassingen
Zowel in nachtelijk duister
Als licht en warmte van de zon
Een dag vol seconden, uren, maanden en jaren

Wonderbaarlijke visvangst

Psetta maxima (Turbot Fish) isolated on white background

Lang heb ik aan de rivier gezeten
in de hoop een vis te vangen
een karper of een beste baars
nog verder ging mijn droom en verlangen
naar een vette rijke vangst

‘k zag mij lopen met volle netten
gebogen onder wondere buit
van snoeken snoekbaars en zelfs haaien
uiteindelijk ving ik noch hom noch kuit
maar heb enkel bot gevangen.

Jeremiah, de agrariër


Heer, ik ben agrariër,
Ook wel genoemd boer.
Ik ben modern herbariër.
Zorg voor ’t dagelijks voer.

Heer, ik ben Uw knecht.
Zorg ook voor de natuur.
Ben aan mijn taak gehecht.
Werk van uur tot uur.

Ik zorg voor de mens, Heer.
Zodat ze dagelijks eten.
Ze zien op mij neer,
Omdat ze niet beter weten.

Wordt niet genoeg geproduceerd.
Is ’t voedsel te duur.
Doe ik zoals geleerd,
Beschadig ik weer de natuur.

Steeds weer nieuwe wetten.
Draagt men andere verordeningen aan.
Willen op mijn nood niet letten.
Bedreigen telkens mijn bestaan.

Men heeft ons niet meer nodig,
Noch U, noch mij, noch Uw natuur.
Heer, wij zijn overbodig.
Ze halen ’t eten liever uit de muur!

Zoek ogen die zien

Je staat en staart
in stilte langs de mensen
die drommen om je heen
maar ziet geen gezichten
of vormen van ledematen
je staart slechts
in het niets

alleen zie jij die muur
die scheiding tussen alles
waardoor de wind
niet blazen kan, gesloten,
als een rots, onwrikbaar,
geef Hem een hand
Hij wil je door die massa

leiden over die rotsen heen.

Zo licht loop ik de weg voorbij


Zo licht loop ik de weg voorbij
die mij toch duidelijk is gewezen
want U Heer laat mijn wegen vrij
dwang behoef ik niet te vrezen
U zet alleen een richtingbord
en zegt, daar is plaats voor jou
zeker dat je daar gelukkig wordt
dat beloof Ik, ga maar gauw.

Toch kies ik vaak een ander pad
een weg die ik beter niet kan gaan
wie weet is het glibberig en glad
en glijd ik daardoor bij U vandaan
een vaste route vind ik alleen
als U mij steunt bij moeite en twijfel
waar moet ik zonder U dan heen
of zonder woorden uit Uw bijbel.

Zekerheid dat ons geloof niet voor niets is


Wie heeft niet gezien de grootheid
van de zegeningen iedere dag
het leven in al zijn schoonheid
elke keer ontmoet met blijde lach.

Wie zou niet genieten van het leven
als hij dagelijks de bloemen ziet
alle dingen ons ten dienste gegeven
dit alles verwoordend in een lied.

Als schepselen op Zijn rijke aarde,
klein en nietig zijn wij misschien,
vindt Hij ons van zo’n grote waarde
dat Hij ons in liefde dagelijks wil zien.

Al klinken onze beden nog zo iel
vanaf Zijn hoge troon wil Hij ze horen
en rust toevertrouwen aan de ziel
ondanks ontrouw ons met gena bekoren.

Willen wij wel vrede?


Steeds weer vragen wij in velerlei bede,
geluk voor mensen, rust voor de aarde.
Voor geluk tussen volkeren en vrede,
daar, waar conflict in oorlogen ontaarde.

Vragen God, Die hoog staat boven mensen,
te verhoren onze smeking en gebed.
Verwachten dat Hij zal vervullen de wensen,
die wij naar onze eisen hebben gezet.

Vrede, zo wij die kennen en verwachten,
zonder onrust, oorlogen en geweld.
Vrede, waarin wij vrij zijn te verkrachten,
het menselijk geluk, alleen om geld.

Toch wees Jezus ons zo duidelijk de vrede.
Dat, dat niet enkel aardse materie is.
Ook wees Hij ons heel duidelijk de rede,
waarom de aarde blijft in droefenis.

Schep eerst vrede in hart en geloof in God.
Toon uw liefde aan alle mensen.
Dit is het eerste en het tweede grote gebod.
Zo gij u daaraan houdt, vervul Ik alle wensen.

Wat kan zwaarder straf wezen?


Als wij Uw zon niet meer zien Uw stem niet horen
niet willen weten van Uw liefde en gena
verzwijgen Uw hemelse beloften en woorden
niet antwoorden op Uw vragen als wij tot U gaan.

Heer wat betekende dan ons aardse leven
waarvoor hebben wij hier dan ooit bestaan
alsof wij alleen tot eigen eer en roem hier streven
gaat ons het lot van Uw schepping niet aan.

Niet Uw straf en wraak zal ons dan treffen
maar, Heer, enkel Uw droefheid en verdriet
omdat wij niet Uw goedheid wilden verheffen
in Uw schoon wereldomvattend liefdeslied.

Wat hebben we geleerd van kribbe en kruis


Nog steeds staat een ster te schijnen
ergens boven een kleine stal
helder aan de hemel in donkere nacht
stil daar boven Efraïms velden
als een stille trouwe hemelwacht
strooiend zijn licht over kudden
nog steeds door herders bewaakt

het is niet die stal waar in die kribbe
een pas geboren jongetje lag
waarheen de herders werden geroepen
en uit het oosten wijzen kwamen
maar die ster wil ons nog herinneren
aan die gebeurtenissen van weleer
wijst ons op de goedheid van onze Heer.

Nu zo vele jaren zijn voorbij gegaan
en wij zo veel zelf hebben bereikt
blijven wij er niet meer stil bij staan
omdat alles ons zo onwaarschijnlijk lijkt.
In een stal wordt niemand meer geboren
ook niemand sterft meer aan een kruis
omdat wij de realiteit uit Afrika niet horen.

Voor alles een tijd


Overal heeft God Zijn tijd gesteld
voor elke daad van liefde of vrede
voor alles heeft Hij de dagen geteld
en voor alles heeft Hij Zijn rede.

Hij zal de dag van uw geboorte bepalen
lengte der tijd dat u op zal groeien
geen dag zal Hij van uw leven halen
op Zijn tijd zullen Zijn gunsten vloeien.

Door geen zorg kunt u uw tijd verlengen
Hijzelf heeft uw levensduur bepaald
al zult u vele offers en giften brengen
geen schatting die Gods tijd betaald.

God stelt Zelf al Zijn tijden voor u vast
Zijn grootheid wil voor ieder het goede
voor niemand is Zijn tijd een aardse last
ieder draagt Hij als kind in Zijn hoede.

In Gods tijd ligt het geheim verborgen
die bepaalt het bestaan van deze aard
mensen maak u daarover geen zorgen
uw levenstijd is in Zijn hand goed bewaard.

Vijandschap


Vijandschap op deze wereld.
Eenzaamheid en veel verdriet.
Is dat het lot der mensen ?
Is er niemand, die deze ellende ziet ?
Is er geen hoop, geen uitzicht?
Geen heil waarin men vrede vindt ?
Een plek waarheen men zijn schrede richt,
met het argeloos vertrouwen van een kind.
Is er niemand, die onze zorgen deelt ?
Leeft ieder enkel voor zichzelf ?
Zonder, dat zijn naaste iets voor hem is ?
Is de hemelboog enkel een gewelf,
die bedekt, de ellende en droefenis ?
Gaan we enkel onze eigen paden,
zonder naar elkaar om te zien ?
Prijzend, enkel onze eigen daden,
of naar anderen te luisteren, misschien.
Luisterend naar eigen woorden,
leggen anderen het zwijgen op.
Doen, alsof we geen mensen hoorden,
laten vrienden zitten met een strop.
Denken we dat we ooit vrede stichten ?
Met verstand op nul, en de ogen dicht.
Zonder aandacht aan iemands noden richten.
Alle aandacht slechts op onszelf gericht.
Geen geloof, of normen en waarden.
Die ons door Gods woord zijn gebracht.
Enkel in hebzuchtigheid ontaarden,
met een geweten, als de nacht!!!

Vakantie zien in natuur en schepping


Even rust bij luisteren naar de bomen
of naar ruisen der zee achter de duin
vleugslag van vogels over bomenkruin
gewoon in rustige stilte wat dromen

zwijgend woord dat de aard eens vulde
in vredige golven van liefde en geluk
waar mens en natuur elkaar zonder druk
in norm en waarde gelijkwaardig duldde

in vol besef uit eerbied tot God
en groot ontzag voor heel Zijn schepping
waar reeds door ons zoveel kapot ging
mogen wij nog danken voor heilrijk lot

want in de rust geeft Hij ons weer kracht
om van dagelijkse plichten aan te sterken
ook van huis wil Hij ons in Zijn kerken
laten vertellen van Zijn Liefde en macht.