Afgunst?


Een dag begonnen met gouden zon
vlammend vuur van horizon tot horizon
strelende bries door kleurrijke bomen
over landerijen wazige nevel nog

door blauwe lucht een vlucht ganzen
luid roepend naar elkaar
tussen gouden bladeren scharrelt een vink
op de plas hoort men geluid van de zwaan

zo’n dag moet toch vreugde geven,
lach en blijdschap met elkaar,
waarom maken dan zovelen
elkaars werk naar de maan.

Zíé en hóór


Zie de zeeën en de bergen
rotsen boven vlakke land
gronden onder waterspiegel
verten waar geen eind aankomt
hoor geluiden meegedragen
met winden uit elke streek
stemmen die om meelij vragen

voel de koude van de polen
de hitte van de evenaar
beklemming van de wapens
afgunst in een matte strijd
en zíé het lijden van uw vrienden
verbittering en toorn
dat enkel tot verdelging leidt.

Twéé partijen van acht of één kabinet


Ieder scheld en weet het beter
redding komt van de oppositie af
dit kabinet heeft zichzelf opgedrongen
hun houding was verkeerd en laf
als straks de andere partijen
aan de goede kant van het roer eens staan
komt alles weer op z’n pootjes
is alle ellende weer van de baan.

Wanneer, oh Nederlandse kiezer,
dringt eindelijk door in uw “groot” verstand
dat regering en oppositie slechts
beiden kiezen voor één kant
zo snel de één komt met goede ideeën
wijst, hoe dan ook, de ander die af
bekijk het eens door elkanders ogen
in gezamenlijke “nationale staf”

Reflecterend


De spiegel zegt niet hoe je werkelijk bent
je schoonheid hult zich niet in fraaie kleren
de echtheid hebben d’ ogen steeds bekent
dus tracht die nooit van mensen af te keren.

Ach pronk niet als een bloem die kort zal leven
geen mens gelijk in kleur en geur noch vorm
toch schittert al zijn schoon en roem zo even
maar wordt vertrapt, verwelkt of knakt in storm.

‘t Humane hart heeft zoveel liefde en schoonheid
als praal en hebzucht verre wordt gemeden
van hoogmoed die uit ogen schijnt door ijdelheid
en waarde van de mens met voeten treden.

Mijn wens is helder schijnend spiegelbeeld
dat woord en daad niet tegenstrijdig deelt.

Goden van het Licht


Het schrijven van schone verzen ieder gegund
eigen ideaal, een verhaal, of and’re dromen
kunnen ieder tijdstip bij alle mensen komen
elk metrum of ritmische toon is een nieuwe punt

Hoe god’lijk klinkt toch uw verheven dichten
hoe onnavolgbaar de melodie door u geschapen
de strakke dreun en cadans om op te slapen
voor uw innemend woord zal menig zwichten

Ach, grote goden van literatuur en letter
al zijn die dikwijls nog zo vreselijk platvloers
gebruikt u scherpe woorden als glasgekletter

Uw instelling klinkt eenzijdig soms zelfs boers
wat mij echter betreft heb ik slecht nog één wens
heren goden wordt eindelijk eens gewoon MENS.

Geleerd


Mensen wat heb ik veel moeten leren
om zo verschrikkelijk weinig te weten als nu
en ik denk nooit uitgeleerd te raken
omdat ik altijd dacht niks meer te kunnen leren
maar ik weet echt nog nergens van
ook al dacht ik dat ik altijd veel geleerd had
dus zal ik wel weer heel veel moeten leren.

En waarom? Nog minder te weten dan nu?

Door de pijngrens heen

Colorful agricultural fields on the outskirts of a Dutch village

Een vlakte dor en kaal
zonder oneffenheid of gewelf
geen hoogte of ravijn
slechts een dode lijn
en de vraag, waar ben ikzelf

geen leven aan de horizon
of ruis door het riet
een rimpeling die water streelt
briesje dat met gebladerte speelt
maar toch klinkt ergens een lied.

Alleen het heden


Daglicht straalt de tijden tegemoet
op deze morgen die de dag niet kent
maar toch de levensloop begroet
op pad dat zich naar de toekomst wendt.

Dagen zullen zich rijgen als weleer
in gekend onvergankelijk verleden
en keren zich nimmer aleer
zij vestigen in een durend heden.

Al zullen wellicht de dagen eender zijn
toch blijft steeds de toekomst ongewis
alle verwachtingen slechts schijn
alleen het heden is zoals het is.

Afgunst ?


Een dag begonnen met gouden zon
vlammend vuur van horizon tot horizon
strelende bries door kleurrijke bomen
over landerijen wazige nevel nog

door blauwe lucht een vlucht ganzen
luid roepend naar elkaar
tussen gouden bladeren scharrelt een vink
op de plas hoort men geluid van de zwaan

zo’n dag moet toch vreugde geven,
lach en blijdschap met elkaar,
waarom maken dan zovelen
elkaars werk naar de maan.

Hoera voor de wetenschap


Jawel de wetenschap maakt een grote vlucht
met een gering bedrag van anderhalf miljard
gaat weer de zoveelste satelliet in de lucht.
Jawel de wetenschap maakt een grote vlucht
wat zijn we door ’t succes opgelucht
een pak valt iedereen van het hart.
Jawel de wetenschap maakt een grote vlucht
met een gering bedrag van anderhalf miljard.

Jaren, eeuwen hebben we er van moeten dromen
het leidt onder de volkeren tot vrede en rust
en eindelijk is het er nu dan van gekomen
Jaren, eeuwen hebben we er van moeten dromen
maar toch hebben ze het nu klaar weten stomen
zijn we ons van veiligheid en vrede bewust
Jaren, eeuwen hebben we er van moeten dromen
het leidt onder de volkeren tot vrede en rust.

Wetenschappers roepen, “Wat zijn wij geleerd en wijs.
Na jaren van veel onderzoek en nog meer kosten
ontdekken we eindelijk een grote klomp ijs.”
Wetenschappers roepen, “Wat zijn wij geleerd en wijs.
Straks gaan we nog naar de hemel op reis
of kunnen we satellieten en fototoestellen op ijsklompen posten
Wetenschappers roepen, “Wat zijn wij geleerd en wijs.
Na jaren van veel onderzoek en nog meer kosten.”

Leeg…..


Als droom uit verleden
ben jij de toekomst
als tussenkomst
betreden zonder reden,
hebt mijn brein verward
en tijd gevuld met vragen
wat ik nog kan dragen
‘wijl jij, mijn ziel, benard.

’t Is uit mijn hart gegrepen
dat ik in ’t leven lijd
de dagelijkse strijd
zonder te zijn begrepen,
waarom geen toekomst meer
die nieuwe tijd verbeidt,
geen hoop verspreid,
doch sabelt deze neer.