Afkeer van oorlog


Opnieuw heb ik naar vrede gezocht
Het moet toch ergens op aarde zijn
Helaas na dagenlange zoektocht
Vond ik slechts verdriet en pijn

De geld- en machtzucht der “Grote heren”
Brengt heel de wereld angst en nood
En nooit zal de mensheid in vrede keren
Aleer vindt hij verdriet en dood

Kom mens, keert u van de dictator af
Hij zal nooit rust en vrede brengen
Zijn woorden zijn egoïstisch en laf
Zijn daden zullen eens de wereld verzengen

Volg toch de woorden van liefde en licht
Dat is de oorzaak van mijn schrijven
En breng mijn zorg in dit gedicht
In hoop angst en pijn te verdrijven.

Delen

Colorful agricultural fields on the outskirts of a Dutch village

Geef mij vrijheid waar ik aan ben gewend
Mijn leven lang in de frisse lucht
Ruimte om te gaan en te staan

Geef mij ruimte voor eigen keus en leven
Mijn eigen overtuiging en ideeën
Mijn fantasieën hoe het beter kan

Goed, de wereld verbeteren kan/wil ik niet
Maar toch een klein beetje liefde geven
Opent voor sommige mensen een hemel

Levenscarnaval


0p mijn stille plek
Ergens teruggetrokken
In eigen gedachtegang

Hoeft niet alleen
Kan ook tussen mensen

Mijn eigen dromen
Mijn eigen fantasieën
Over mijn eigen leven

Probeer ik te doorgronden
Waarom één loopt met problemen
De ander het leven toelacht
De één is sloeber
De ander draak
De één is Donald
De ander Dagobert

Ach, ’t is het leven zo het is
Het is heel gewoon-
Carnaval….!

Kén het duister en het Licht

Eens kraaide een haan 3x

Soms kan een nacht niet donkerder zijn
dan in mijn geest de woorden
’t gebrek aan liefdesakkoorden
gevoelloosheid door angst en pijn.

Schijnt zelfs de zon, ’t is of geen licht wil stralen.
Mijn verduisterd weerbarstig hart
verbitterd slechts door angst en smart
voelt of ik al mijn zonde zelf moet betalen.

Lees mij dan de woorden uit het Boek
die in mijn geest weer licht ontsteken
verwijder voor mijn ogen dan het doek

blindheid waardoor ik steeds heb ontweken
het ware Licht dat ons voor ogen straalt
en ons eens met blijdschap in Zijn hoven haalt.

Weg van levenstijd


Zacht, bijna onmerkbaar is de glooiing
Waarover tijd steeds voorwaarts glijdt
En langzaam komt bewustzijn tot ontplooiing
Dat verzet slechts tot berusting leidt
De tijd glijdt door tot over verre horizon
Naar verlangen waar wij slechts van dromen
De hoop daar te bereiken de eeuwige levensbron
Levend in een paradijs onder schaduwrijke bomen

Ieder mens streeft naar eigen wensen
Maar niemand weet waar het eindpunt is
Die zekerheid ligt buiten onze grenzen
Al kennen wij reeds eeuwen de geschiedenis
Van het woord dat vertroosting wil geven
En spreekt over hemelsschoon
De hoop dat na ons aardse leven
Wij zullen staan voor hemels troon

Winter-lente


Iedere ochtend bij het rijzen van de zon
Lacht mij het leven toe
Begeleid door beieren van het carillon
Tijdens een frisse ochtendwandeling
Alswel de zang van het vogelkoor

Al zijn dan nu de bomen nog dor en kaal
De lucht bevat reeds de eerste lente geuren
De hemelkoepel hult zich in blauw
Wat kan een mens zich beter wensen
Dan het brede spectrum aan weidse horizon

Het is alsof het leven weer herrijst
Uit de sombere greep van doodsheid en kou
Opent uit koude aarde weer bloemenpracht

Verlangen als Hooglied


Het zachte licht gaat schuil in donker
één voor één sieren sterren de hemelboog
stralend met hun helder geflonker
in ’t zilveren schijnsel der maan
klinkt fluisterzacht door kruinen der bomen
als in engelenkoor jouw naam

velden kleden zich in blinkende sluier
als een bruid die op haar minnaar wacht
komend over de stroom der liefde
gedreven door verlangen en hoop
dat haar geliefde haar met blijdschap verwacht
tot in een eeuwig durende huwelijksnacht.

Uitgerangeerd


Zijn leven had hij aan mensen gegeven
gezorgd voor ieders welzijn en wee
en dat hij zelf plezier op moest geven
of zich zelf wegcijferde zat hij niet mee.

De dank van ieder die hij kon helpen
was voor hem meer dan verdiende loon
steeds had hij vreugd om tranen te stelpen
en overal troosten was voor hem gewoon.

Die hem nodig had zag hem graag komen
en velen toonden hem ook dankbaarheid
na jaren heeft men hem zijn baan ontnomen
nu rest hem slechts verdriet, geen spijt.

Toch voelt hij zich niet uitgerangeerd
al lijkt hij eenzaam, alleen en verlaten
zoveel heeft hij in het leven wel geleerd
nooit mag je mensen daarom haten.

En als hij ’s avonds alleen in zijn kamer zit
leest in stilte uit “Het Boek der Boeken”
vouwt hij zijn oude handen en hij bidt
“Heer laat de mensen toch Uw liefde zoeken”.

Ontwikkelingslanden

Zie eens waar spijzen genuttigd zijn
en de drank geledigd
kasten staan tot barstens toe gevuld
genot en muziek vergeten
ieder eenzaam staat ter zijde
niet wéét hoe zich te voeden.

Ik heb gezien waar geen spijze was
geen water om de dorst te lessen
kasten gevuld met laatste korsten brood
de geest gevuld met muziek en dans
eenheid in sober leven
elkander delen van wat men over had.

Aanschouw


Wees stil, en luister naar de dromen
De dromen van een stil geluk
Geluk van idealen waarin vrede zal komen
Geen oorlog of satanische druk

Wees stil, en bewonder het leven
Het leven dat iedere dag verrast
Met wondere schoonheid steeds gegeven
Een geluk niet door zorgen belast

Wees stil, zie wolken de hemel bekleden
Als witte schapen weidend in blauw
Wees als mens met het heden tevreden
Zie ‘s morgens de aarde bekleed met dauw

Wees stil, geniet van vogels en bloemen
Er blijft voor de mens zoveel genot
Zang, kleur en geur te veel om op te noemen
Alles geschonken met gulle hand door God