Na broeierig warme dag
zit ik op terras te peinzen
over zin of onzin van ’t leven
over goed of kwaad
schuld of onschuld veinzen
wat is beter dan wel ’t best
wie zal alle facetten leren
van het leven of de dood
wat is sneller dan in ’t lest
bij sterven de laatste ademstoot
zal de ziel rusteloos zwerven
blijvend in aardse tranendal
toch vestig ik mijn hoop
op belofte die plek te erven,
waar ieder gelukkig wezen zal.