Drijvende tijd


De tijd, de tijd, ze drijft en jaagt een ieder voort
want haar ontbreekt de tijd om zelf de tijd te nemen
en ‘wijls gebeurt het haar dat zij niet wordt gehoord
zodat ze menig tijd en adem kan benemen

in stroom bevlogen jacht van tijden wordt verzwegen
dat dag en nacht het licht in tijd gedragen leven
gespaard van week tot maand een jaar aaneen geregen
de bloei verstaat wat leeft bij rust en tijd gegeven

wat is de tijd nog waard wanneer ze blijkt vervlogen
verdwijnt met stille trom in verre blik van ‘t heden
wie drijft en jaagt ons voort met krappe tijd voor ogen
de tijd, de tijd, ze drijft en zet op juiste schreden.

Het leven gaat door


Het leven begint in vreugd,
de schoonheid der jeugd,
in dagen van onbezorgdheid,
genietend, in vrolijkheid,
met het klimmen der jaren,
wijsheid en kennis vergaren,
steeds verder door het leven,
al lijkt het slechts maar even,
komen meer en meer zorgen,
voel je, je minder geborgen,
en zoek je steun, in de Heer,
in moeite en gebrek, elke keer,
en bij het gaan van de tijd,
de altijd moeilijke strijd,
geloven, in vertrouwen,
op de zekerheid bouwen,
dat Hij je áltijd geleidt,
Hij gaat je immers voor,
want dank zij Hem,
die Zijn leven aan ‘t kruis verloor,
kunnen wij met zekerheid zeggen;
“Ons leven gaat in eeuwigheid door!”.