Overpeinzing op de drempel


Waarom het zoeken door de jaren
Onrust die drijft van dag tot dag
Om enkel roem en eer te vergaren
Zonder omzien naar elkaar in ontzag

Slechts zichzelf tot god verheffen
Kennend noch eerbied noch respect
Slechts iedereen in zwakte treffen
Geen woord of daad die tot vrede wekt

Ga daarom zoeken door de jaren
Naar toekomst in vree en rust
Wat helpt roem en eer vergaren
Als bloeddorst niet wordt geblust

Zoek toekomst waarvoor wij zijn geschapen
Gun leven en liefde aan iedereen
Daarvoor kregen wij verstand als wapen
En de wereld voor allen te leen.

Houvast


Nog eenmaal langs vervlogen tijd
Nog eenmaal de uren voorbij laten gaan
Nog eenmaal ’t geluk van toen

Ach, tijden vriend, ze vliegen heen
En nooit komt de jeugd terug
Was je eens het middelpunt, even later
Ziet niemand je meer en sta je alleen

Alleen loop je langs vervlogen uren
En die gaan in stilte aan je voorbij
’t Enige wat blijft is schrale toekomsttijd
En de inhoud van voldragen hoop.

Onrust tijdens Kerst


Het is niet de dennenboom
Die bij ons in de kamer staat
Niet de lichtjes die fonkelen
Het zijn niet de kerstliederen
Die klinken vanuit de huizen
Ook niet de glimmer en glitter
Overbodig aangeboden in etalages

Het zijn niet de witte vlokken
De wereld kledend in maagdelijk wit
De vrede vertolkt door verre klokken
Vriendschap vertolkt in arrenrit

Veel meer zijn het de stille uren
Die ik stil zit te lezen in dat grote boek
Waarin woorden over staan geschreven
Een leven waar ik zolang naar zoek

Een Bijbelse naam?


Een kind geboren in een kribbe in een stal
in wonderlijke nacht met wonderschone schijn
die de aarde zou behoeden voor zijn val
en die eens Koning van Israël zou zijn.

Zo roemloos en zo zonder pracht en praal
als naamloos kind gevreesd door mensenmacht
door heerser die met geweld en hart van staal
kinderen van Bethlehem om ’t leven bracht.

Hij gaf troost en liefde met Goddelijke kracht
deed wonderen heeft zelfs de zieken genezen
Hij overwon de dood door Zijn sterke macht
als grootste wonder is Hijzelf uit ’t graf verrezen.

Wie was deze man die zelfs tartte ’t duivelslot?
Messias, Redder, Jezus de Zoon van God.

Stille plek


Stil zat ik in die hoek met peinzende gedachten
mijn denken dwaalde zomaar ergens heen
ook zat ik op niets of niemand hier te wachten
had behoefte hier te zijn helemaal alleen

mijn oog was naar de verte nergens op gericht
en het was of mijn bewustzijn hier niet toefde
daar midden op die dag in het heerlijk zonnelicht
waren er zo veel herinneringen die mij bedroefden

langzaam zakte ik daar weg in zachte dromen
zag een zaal vol mensen die ik van vroeger kende
tot mijn verbazing wilden ze allen bij mij komen

hoorde mijn vaders stem die zich tot mij wende;
“Zie zoon, de aarde is nog steeds Gods Paradijs.
Die dat steeds voor ogen houdt leeft goed en wijs”

Na de kerstdienst in het open veld


En toen ik huiswaarts ging
vanaf die kerstdienst op de hei
heb ik even naar boven gekeken

zag daar de sterrenlucht
maar díé ster was er niet bij
dat is achteraf ook niet nodig gebleken

want in duister van m’n slaapvertrek
scheen ’t licht helder en overvloedig
noodde tot een gebed zo vrijmoedig

de ster had Zijn licht in mijn hart geplant
maakte mij blij en gelijk deemoedig
door Zijn komst in de stal zo armoedig.

Gewacht op eigen invulling


Iedere Kerst denken wij,
nu zal de vrede komen,
vrede die het Kind op aarde brengt
als voor de herders en de vromen
in de engelenstem vermengt.

Maar na iedere Kerst
komt weer de droefheid.
Weer hebben wij voor niets gewacht
als onze verwachting al eeuwen slijt
sinds die Heilige Stille Nacht.

Toch is die vrede ons gebracht
voorzegt door die schone engelenkoren
nog in die zelfde Stille Nacht
dat de herders hun zangen hoorden,
dus hebben wij alleen op onszelf gewacht.

Als wij luisteren naar de engelen


Als wij luisteren naar de engelen
naar het koor van liefde en vree
hun zang met geluk verstrengelen
zingt ons hart vanzelf mee.

Zingen we ook van liefde en geluk
in die wonderlijk stille nacht
waarin ons gevrijwaard van druk
door een Kind vrede werd gebracht.

Die vrede geldt nog voor alle nachten
en voor iedere dag hier op aard
niemand hoeft op die nacht te wachten
Gods belofte blijft eeuwig bewaard.

Wereld der nevelingen en trollen


Nevelig zijn de velden
En mistig zijn de bossen
Wolken hangen als aureolen
Om toppen van bergen
Vaag en waterig schijnt de zon

Mystieke figuren dansen
In schaduwen der rotsen
Of lossen op in nevelige meren
Tijdens een macabere dans

En trollen en geesten
Bevolken grotten en spelonken
En nooit lossen nevelingen op

Verstrengeling


Misschien zijn mijn woorden
Als blokken ijs in de winter
Bevroren water in een teil
Maar ze zullen smelten voor de zon
Van jouw liefde die komt als de lente
En geeft kleur aan ontluikend blad
Tooit tuin en veld met bloemengeur
Wolken in blauw met zilver omvat

Vergeet dan mijn woorden
Als ijsblokken zo koud
Ze zijn in jouw liefde gesmolten
En leven in kleuren en geuren
Die jij als lente draagt
Ook al is het nog winter

Hij vraagt óns…


En iedere morgen huilt de aarde dauw
verdriet over zo ontstellend veel doden
een wereld gevangen in angst en rouw
geen uitkomst ziend uit ellende en noden

Waarom, zo vragen wij iedere keer,
komt geen eind aan aardse lijden
hebt U ons de rug toegekeerd o Heer
wilt U niet voor ons behoud strijden?

Waarom staat U dit geweld steeds toe?
Schept U vreugde in onze bange tijden?
O Heer, wij worden die angst zo moe.
Waarom blijft U de wereld zo kastijden?

Iedere morgen huilt de aarde nu dauw.
U hebt belooft ons te komen bevrijden.
Waarom blijft U Uw woord niet trouw
en moeten wij zelf voor vrede strijden?

“Waarom, o mens hoor je niet Mijn woord.
Niet Ik heb u die rouw op aard gebracht,
maar in uw daden hebt u niet naar Mij gehoord
Mijn naam is Liefde en Ik wacht

uzelf hebt gekozen voor oorlog en geweld
en keert u tegen Mijn woord en heiligdom
met verdriet en pijn heb Ik de doden geteld
en vraag nu aan ú…. Waarom?”

Wij reizen verder (derde advent)


Getrokken door diepe duistere lange nacht
naar ‘t kleine lichtpunt dat in de verte gloort
weten wij nog steeds niet wat ons daar wacht
al is ’t voorspeld in der profeten woord

maar zachte schemer verlicht de horizon
en langzaam wijkt de dichte duisternis
nog schijnt ons niet ’t klare licht der zon
weten wij zelf niet wat ons einddoel is

wij volgen nog steeds de ster die straalt
ons aantrekt als magneet van vrede
als enig leidpunt onze richting bepaalt
tot wij komen bij het licht op onze bede.

Kerst en pacht!


In de Kerstnacht kwam U op aarde,
niet in weelde, maar in een stal,
als Zoon, Die in Zijn Vaders gaarde,
de pachters wilde hoeden voor hun val.

Nee, U kwam niet om de pacht te eisen,
of om hen te straffen voor hun kwaad.
U kwam hen de goede vruchten wijzen,
en bij hen zaaien, ‘t goede zaad.

Maar, Heer, zij hebben U verstoten.
Wilden zelf heersers in Uw gaarde zijn.
Hebben zich voor Uw goedheid afgesloten,
en eisten zelf de opbrengst van de wijn.

Daarna zijn zij U vergeten.
Daarna zijn zij hun eigen weg gegaan.
Mochten van de goede vrucht nog eten,
maar verzwegen verder Uw bestaan.

Alleen op de dag van Uw geboorte,
vieren wij nog Uw verjaardagsfeest.
Daarna doen wij of wij niks weten,
alsof U nooit op aarde zijt geweest.

Heel het jaar wordt niet aan U gedacht.
Oogsten wij Uw goedheid, als de wijn.
Slechts denkend aan U, die ene nacht.
Heer, zou dat énkel Kerstfeest zijn??

Het Licht


Vol verwachting zijn zwangere dagen
verzadigd door duister der nacht
slechts om het Licht van liefde vragen
ver voor het eind der tijden verwacht

nachten verlicht door hoop en zang
in een wereld verdeeld door tranen
maar soms duurt wachten zo eindloos lang
kan men zich zo verloren wanen

eens schijnt ‘t Licht waar niet verwacht
in onze armoede en onze ellende
in een wanhopige en donkere nacht
zo zacht en warm zo niemand kende.

Kerst?


In groepen lopen ze door straten
hebben op hun manier veel lol
je hoort ze meer schreeuwen dan praten
ze drinken bier als holle vaten.

Ze hebben voldoende uit te geven
en vermaken zich tot laat in de kroeg
dit is voor hen plezier in het leven
tijd voor zorgen over morgen is er genoeg.

Aan nergens hebben ze gebreken
zijn zelfverzekerd en door leven beproefd
hun geloof in oude zekerheid is verkeken
dát maakt kerst zo vreselijk bedroeft.