Nooit meer vroeger


Ach wat stemt me dat nou melancholiek
ga ik mij hierbij droevig voelen
goed, ik ben al niet meer zo jong en kwiek
als we dan nog nostalgie bedoelen
en gaan spreken over vroegere tijden
ga ik dat ook in mijn botten voelen
ik haat ’t om daarover uit te wijden

je bent, zegt men, niet ouder dan je je voelt
leeftijd telt men niet in jaren
ik snap best wat men daarmee bedoelt
’t brengt ook echt je gemoed tot bedaren
al zit je dan niet meer in de kleuterklas
kun je dat alleen als herinnering bewaren
’t wordt nooit meer wat ’t vroeger was.

Vierentwintig uur


Deze morgen heeft de nieuwe dag gekust
door de ochtendnevel in een zachte gloed
gelijk een schone bruid haar liefste ook doet
hun toekomstig zijn en samenzijn bewust

tezamen één in ’t vuur van liefde en lust
zoals een verbonden echt met hart en bloed
in schijnend licht lieflijke hartstocht ontmoet
tot de dag vermoeid in schemerlicht berust

duister wiegt de dag in zachte sluimering
de nacht ontfermt zich over het stervend licht
leven zwijgt buiten hoort men slechts fluistering

een bries door de kruin van bomen als gedicht
deze avond heeft de nieuwe nacht gekust
en nu wenst ze haar liefste een goede rust.

Liefste, mijn liefste


Ach liefste, mijn liefste
Eens zijn de velden met
Parelen weer bedekt
Over de smaragden dekens
Bekleed met saffieren en zirkonen
Beschenen door gouden licht
Ach liefste, mijn liefste, wanneer

Ach liefste, mijn liefste
Zal in de kruinen der bomen
Tussen het weelderig struweel
De zang der vogels ons weer lokken
Zullen wij in de schaduw weer dromen
Rustend van het lieven en minnekozen
Ach liefste, mijn liefste, wanneer

Ach liefste, mijn liefste
Wanneer zullen wij weer zitten
Daar aan de oever van dat gladde meer
En zien het vee daar vredig grazen
Ach liefste, ooit komt dat weer
Maar Liefste, mijn liefste, wanneer

Wanneer ….. wanneer?

Lentekolder

Loving couple taking selfie at cafe

Laat mij de stoere wachter wezen
die jouw dagen met vreugd vult
in deze tijd door zon verguld
die aan de oostkim is gerezen
jou omhelzend als daaglijk licht
met zingende liefdesakkoorden
verwarmen met minnewoorden
voor jouw charme ben ik gezwicht

ach, verwacht geen stoere wachter
slechts een slungelige schlemiel
die als blok aan je voeten viel.
Op een kussen, dat was zachter.

Over eindeloze weg


Al is de weg ook eindeloos lang
eens zal ook hier een eind aan komen
hebben wij de horizon bereikt
zien wij uitkomst van onze dromen
waar de levensnevel eeuwig wijkt.

Daar leven wij door licht omgeven
aan gouden strand en glazen zee
in vrede en een pijnloos leven
komend vanaf woeste baren
landend aan de veilige ree.

Woorden voor troost


Ach, wat zou ik graag dichten
Als beroemde dichters deden
Zoals een Shakespeare of Spencer
Vol ritme, metrum en romantiek
Voor te dragen met vuur en vlam
Of op de tonen van muziek

Ik zou zo graag woorden vinden
Waar ik ieder hart mee kan verwarmen
Vree en geluk op aarde brengen kan
Die alle tranen kunnen wissen
In deze donkere tijd is dat zo nodig
Omdat we door gezondheid dit zo missen

Mogelijk winter


Winter, misschien een koude tijd
En de bomen dragen kale kruinen
Steeds minder leven in het veld
Maar de vlakte zo sereen zo helder

De horizon één rechte lijn
En van de vogels alleen nog een V ganzen
Luid gakkend hoog in de lucht
Trekkend richting het zuiden

Toch is rondom huis
Nog een hele schare van het kleine spul
Bedelend, ruziënd en zoekend naar zaden
Zich te goed doend aan olienootjes

Ondanks ontberingen,
Verlang ik toch weer naar winter
Die ook zijn eigen charme heeft
Over velden en in bossen

Samen individueel


Zolang u mij mijn gang laat gaan
blijf dan mijn verzen rustig lezen
toorn of spot hoeft u niet te vrezen
ook niet dat ik u in het gezicht zal slaan

wat ik enkel u zou willen vragen
breng respect op voor elkaar
strijk fouten weg met handgebaar
leer eindelijk elkander te verdragen

en ook al gaat wel iemand in de fout
het kan niet altijd halleluja wezen
begrip ligt dikwijls in manier van lezen
leg dan niet gelijk op elk slakje zout.

Wat niet onze smaak is kunnen we negeren
en van anderen kunnen we nog zoveel leren.

Au, au, nou, nou, MIAUW!!!!


Nu begin ik mijn gemauw.
In de ochtenddouw,
is de lucht zo blauw.
Toch ziet die wolk grauw
en verrek ik van de kou.
Maar ik blijf je trouw,
want ik hou
heel veel van jou.
Laat me niet zakken aan een touw.
Want wat moet ik nou.
He, ga nu gauw.
Jij gaf me een flinke dauw.
Oh, oh, au.
Dit gedicht vind ik verrekte flauw.
Nou, nou.
Miauw!!!!!!!

In m’n ééntje


Ik stond daar in het licht der spot
En voelde de spot op me stralen
Eenzaam overgelaten aan ’t lot
Kon ik nog amper ademhalen

Zwijgend en de mond vol tanden
Bezag ik die grote zaal vol stoelen
Aan iedere kant die lege wanden
Begon mij zeer eenzaam te voelen

Daar in ’t felle licht open en bloot
Stond ik met een kleur als een tomaat
En ik schaamde me hartstikke dood
Dat krijg je als je voor Jan L.. staat.

Als een briesje


Mijn muze is als een zuchtje wind
Zo iel en teer en zo doorzichtig
Een schoonheid zo je haast nergens vindt
Zo benader ik haar steeds voorzichtig

Haar stem klinkt als nachtegaal of viool
Warmte als zon straalt uit haar ogen
Heel haar wezen zo schalks zo frivool
Haar lach zo puur en opgetogen

Één melodie is haar vrolijke lach
Haar beweging die van een hinde
Ze is de mooiste die ik ooit zag
De schoonste die ik ooit beminde

Ze is mijn steun als ik niet verder kan
Samen zijn we best een goed span

Ouderen van tegenwoordig


Een kleine jongen over smalle wegen
zijn handen nonchalant in de zak
af en toe groet hij iemand verlegen
streelt vol liefde even over z’n nette pak
een petje scheef op z’n koppie
heimelijke glimlach om zijn mond
tanden zwart door ’t kauwen op een droppie
dat hij in hoekje van een kastje “vond”.

Lang zit ik hem stil na te staren
schud m’n wijze hoofd over huidige jeugd
waar de opvoeders zich zorgen om baren
die geen kant op wil en nergens voor deugd.
Maar langzaam begin ik te ontwaken
bedenk waar ik nu werkelijk naar kijk
’t is die foto uit mijn eigen jonge jaren.
Ach, wat voelde ik mij de koning te rijk.

Herinneringsemoties


Gedachten die hem vrolijk maakten
aan gebeurtenissen van toen
een glimlach om zijn lippen toverden
herinnering weerkaatsend in zijn ogen

stil mijmerend om die woorden
gesproken vriendelijk en teer
een hand strelend over zijn wangen
hoort hij in melancholie nog weer

een zachte stem alleen voor hem
alsof een harpsnaar werd beroerd
een zuivere heldere toon.

Maar waarom die tranen?

Herinneringsemoties

British conductor Leopold Stokowski (1882 – 1977), UK, 24th April 1973. (Photo by Evening Standard/Hulton Archive/Getty Images)

Gedachten die hem vrolijk maakten
aan gebeurtenissen van toen
een glimlach om zijn lippen toverden
herinnering weerkaatsend in zijn ogen

stil mijmerend om die woorden
gesproken vriendelijk en teer
een hand strelend over zijn wangen
hoort hij in melancholie nog weer

een zachte stem alleen voor hem
alsof een harpsnaar werd beroerd
een zuivere heldere toon.

Maar waarom die tranen?