Hoe zachtkens zal ons bootje varen


De tempratuur loopt op
de ijskap smelt
‘t is heus geen mop
stemmen worden geteld
straks loopt Nederland vol
’t water wordt te hoog
de media staat bol
hoe houden we het droog.

We steken de dijken door
dan kalmeren we ’t water
en wie z’n land verloor
die zit dan met een kater
stemmen-horen op een zitting
één vierde is het eens
die heeft ook geen bezitting
is Chileens of Roemeens.

Na afloop telt men stemmen
en ondanks “kleine” minderheid
zal men de uitkomst niet remmen
men is tot onderlopen bereid
nu verder geen gedrens
zo zal ’t gaan en is besloten
en ligt de democratische grens
ergens onderin verzopen sloten.

Wonderbaar


Het licht rees aan de horizon
als vlammend kleurenspel
kondigde aan de ochtendzon
een ritueel van dagelijks bestel.

In bomen klonk het eerste lied
als lof aan Hem die alles schiep
die ieder schepsel op aarde ziet
en alles wat Hij tot leven riep.

Bloemen breken uit hun knop
en tooien met kleur het veld
geen kunstwerk kan daar tegen op
je staat als mens daarvan versteld.

Op de akkers groeit het graan
met weelderige volle aren
ziet men wuivende halmen staan
die men als voedsel kan vergaren.

Tot in de late avondgloed
het licht weer zachtjes daalt
‘t leven en de dag is goed
nu Gods zon weer volop straalt.

Heel dichtbij


Ik heb gekeken over de horizon
geluisterd tot buiten het universum
verwachtte U boven sterren
boven zon en maan.

Mijn ogen wilde ik afwenden
mijn oren sloot ik dicht
maar Uw licht straalde door alles
voor Uw stem ben ik gezwicht.

Toen ik mijn ogen opende
zag ik U rondom mij staan
Uw stem is niet van ver gekomen
maar heb ik vanbinnen vernomen.

Uw raakt mij als zachte bries
met louter mededogen
Uw arm om mijn schouder
Uw hand breekt mijn val.

Het komt goed


Terwijl wolken de hemel bedekken
schaduwen zelfs laatste licht verbergen
somber een viool speelt in c-mineur
bloemen droef verwelken
de wolf aan de horizon huilt

voel ik bij jou weer zonnewarmte
zie maan en sterren door wolken heen
hoor klanken van zilveren fluiten
en ruik de zoetste bloemengeur
hoor vogels door open vensters.

Spookjes nacht


Somber hangen wolken
zwaar en kil
en winden kolken
door straten verlaten en stil.

Huilen door kale kruinen
als lugubere muziek
van vals gestemde bazuinen
zonder klank, zonder ritmiek.

En donker zijn de nachten
zie geen sterren, zie geen maan
‘t is alsof spoken wachten
tot de klok twaalf zal slaan.