Op een afstand sta ik te kijken
te ver want ik zie niets
slechts in de verte hoor ik geluiden
maar stemmen onderscheid ik niet
in het duister tast ik de vormen
maar voel de beweging niet
mijn mond vraagt om water
alleen stof waait om mijn hoofd
een zachte drang leidt mij terzijde
als plots de hel openbarst
waarna een milde dauw als regen
mij weer midden in het leven plaatst.