Binten kraken
deuren kieren
kozijnen rotten weg
en ramen barsten
blind als levenloos
uitgeleefd vervallen
bouwvallig onbewoond
maar toch vervuld
van verlangen.
Binten kraken
deuren kieren
kozijnen rotten weg
en ramen barsten
blind als levenloos
uitgeleefd vervallen
bouwvallig onbewoond
maar toch vervuld
van verlangen.
Het brandhout waaide mij om de oren
Daar heb ik niets voor hoeven te doen
Het kwam vanzelf dat was goed te horen
Zowel in de tuin als ook in āt plantsoen
Nu is āt alleen zagen en hakken maar
En vele spaanders hoort men vallen
Het werk is op zichzelf best wel zwaar
Maar kan vooruitzicht niet verknallen
Dan wordt je ook nog warm van āt kloven
En āt sjouwen naar de houtopslag
āt Is een beste klus moet je geloven
Maar nu reeds verlang ik naar de dag
Dat het hout in mijn openhaard zal laaien
Laat voor mijn part dus maar een boom omwaaien.
Nu verwachten wij de dagen van het licht
dagen dat weer de zon op aarde gaat schijnen
dat wolken en zorgen opeen gepakt en dicht
door vrede en liefde voorgoed verdwijnen.
Nu zal iedereen elkaars vrienden zijn
en samen zingen op het grote feest
dan heerst overal rozengeur en maneschijn
in een sfeer of het altijd zo is geweest
Wij reiken dan elkaar de hand
bezielt door verwachting in de geest
en scheppen ons een vredesband
maar helaas lijdt nu de Jarige het meest.