Je herbergt nog dagen zonneschijn
Met uren warmte als in zomertijd
Rijp je nog de druiven voor de wijn
Schildert ’t seizoen in veel kleurigheid
En wij, die de kou zien naderen,
Blijven van je schoonheid dromen
Van je wonderlijk schone bladeren
Die kleuren de kruinen der bomen
Je geuren vullen paden der bossen
Het blad bedekt de vochtige grond
Stammen bedekt met lagen mossen
Vallende bladeren zwieren in ’t rond
Stilte valt over nevelige heide
En in verre bos burlt een bronstig hert
Allemaal kenmerken voor dit jaargetijde
Het seizoen van de Heilige Hubert.