Nacht van het Koningskind


Eender glijden grauwe herfstdagen
bijna somber en zwijgend voorbij
kenmerkend tred van dit jaargetij
met af en toe de zon bij vlagen.

De einder hult in nevelig zicht
dromen voor een nieuw begin
en langzaam sluimert de aarde in
wachtend op een nacht vol licht.

Die nacht vult zich met klare zangen
van vrede en lieftalligheid
bevrijdt de wereld van ’t verlangen

dan zingen ook wij verheugd, verblijd,
over het geluk in deze nacht,
het Koningskind waarop wij eeuwen hebben gewacht.

Leef je uit


Steeds tracht ik ritme, metrum weer te leiden
in banen van hoog naar laag en dan terug
van dal tot berg, daarna in diepte glijden
van klank tot klank verbinding als een brug.

De woorden wil ik laten rijmen, zingen,
hoop, dat iedereen daarvan genieten kan
ik zie de mensen nu al dansen, swingen
pas maar op en krijg er geen beroerte van.

Herfstkolder

Hoe kan ik nu toch somber zijn
terwijl ik met de bladeren wil dansen
door ‘t veld over straat of over plein
wind in ‘t hoofd gewoon heerlijk sjansen

begeleid door muziek in kale bomen
op maat van loeiende stormwind
flamenco of in slow-step heerlijk dromen
met flair en passie zo je nergens vindt

in wals zie ik mezelf al elegant zwieren
en dat ik dat niet doe is toch van de zotten
wat zit ik nou te zeuren en te klieren
ik kan ’t gewoon niet met m’n ouwe botten.

In die donkere nacht


Geen kaarslicht scheen in die nacht
daar in die kleine donkere stal
geen boom opgesierd met pracht
slechts sterrenlicht uit het heelal
scheen door het schamel dak
en in het stro lag moeder en kind
en iedere zang en lof ontbrak
terwijl hier een nieuw koninkrijk begint.

Maar herders in Efratha’s velden
hoorden het nieuwe bericht
omdat engelen hen vertelden
dat in die kleine stal eeuwige vrede ligt
toen klonk daar plots het engelenkoor
zingend “In Excelsis Deo Gloria”
dat drong tot in het stalleken door
lovend het Kindeke en Zijn moeder Maria.

Toen was in die nacht geen licht meer nodig
want uit de kribbe straalde het Licht rond
was verder elke versiering overbodig
omdat er geen warmer Licht ooit bestond.

Seizoensveranderingen


Zacht ruisen de golven
bij eb en vloed
langs thans verlaten stranden
waar slechts enkele wandelaar
nog toeft om rust te zoeken
en te genieten van spiegeling
op deining tot aan de horizon

achter stervende duinen
gaan velden slapen
na inspanning van groei en oogst
de wereld legt voldaan ter ruste
voorbereidt op nieuw seizoen
langzaam reizen nu de golven
glinstering wordt donkergroen.

St. Hubertusdag


Je herbergt nog dagen zonneschijn
Met uren warmte als in zomertijd
Rijp je nog de druiven voor de wijn
Schildert ’t seizoen in veel kleurigheid

En wij, die de kou zien naderen,
Blijven van je schoonheid dromen
Van je wonderlijk schone bladeren
Die kleuren de kruinen der bomen

Je geuren vullen paden der bossen
Het blad bedekt de vochtige grond
Stammen bedekt met lagen mossen
Vallende bladeren zwieren in ’t rond

Stilte valt over nevelige heide
En in verre bos burlt een bronstig hert
Allemaal kenmerken voor dit jaargetijde
Het seizoen van de Heilige Hubert.

Herfstfee


Mijn hart klopt in ‘t ritme van hoopvol licht
na een dag van zwijmelende dromen
over jou als stralende godin
meer voelend dan horen je komen
geeft dat een koude dag weer zin

in zilveren glans als golven
die deinend door je haren gaan
onder vele kleuren je lichaam bedolven
zie ik je als een hinde voor me staan

reeds hoor ik het klaaglijk huilen
tussen de kalende takken der bomen
op het laatst gesmoord in stille traan

Vrede in Kerstnacht gebracht


Dagen wachten op het licht
in verloren eenzaam duister
klinkt een stem die zich richt
maar vindt daar niet de luister.

In zang wordt overal gebracht
woord dat oproept tot vree
als een licht in duistere nacht
brengt vertroosting voor ons mee.

Zien wij niet als licht verspreid
glans nog van de engelenkoren
liederen zingend Hem gewijd
daar in die stille nacht geboren?

Horen wij dan “Vrede op aard”
nu gebracht door Gods Zoon
Die ons voor ’t verderf spaart
nu Hij zit op hemelstroon.

Au Claire de la lune


O kom toch bij deze volle maan
mijn vriend Pierrot en zeg mij
als ik onder haar balkon zal staan
hoe win ik haar en maak haar blij.

Zing ik voor haar in schone poëzie
of vertaal mijn liefde in ballade?
Mijn hart gaat te keer als ik haar zie
en zij diep buigt over de balustrade.

Zal ik mij met proza tot haar wenden
schrijven op een heel groot vel papier
en dit per special tot haar zenden?
Vriend Pierrot vertel, doe mij dat plezier!

Eigen jaargetijde


Laat mij je gedachte weten
in een stille weemoedtijd
als je ingetogen zit te staren
in jezelf bent ingekeerd
wil ik je gelaatstrekken bewaren

open je hart als een bloem
in warme voorjaarstijd
zodat je schoonheid komt stralen
in kleuren als van de regenboog
van kou en ijzigheid bevrijd

laat je stem horen als een lied
dat bezingt jouw diepste liefde
treed als vlinder uit een cocon
begroet de warme voorjaarstralen
en dans door bloemenperk en tuin.

Groeiende liefde


Telkens op dat pad moet ik weer denken
aan die ene dag met jou dat we daar
innig op dat bankje zaten misschien
nog te jong voor serieuze liefde
maar we hielden van elkaar daar samen.

Telkens als ik door die straat loop
waar ons huis nog staat op het eind
met daarvoor die bank die ik kocht
in “Kringloop-Velperplein” omdat hij was als
dat bankje op dat pad waar wij samen zaten.

Dat bankje staat niet meer op dat pad
en ook ons huis is leeg, maar nog
zie ik ons zitten in de tuin dicht tegen elkaar
niet meer te jong voor serieuze liefde en nog
steeds even verliefd, zo zaten wij daar samen.

Blij nieuws in zang


Een ster verlicht stille duist’re nacht
herders is het blijde nieuws gebracht
in kleine stal in stro geboren
ligt het Kind zolang al verwacht

zo onschuldig hulpeloos en teer
ligt in doeken gehuld onze Heer
die ons klagen steeds aan wil horen
wat zullen wij wachten geef Hem eer

laat de hele wereld het horen
zingend met de engelenkoren
daar in die stille duistere nacht
heeft God aan Zijn belofte gedacht.

Liefde ooit in de mens geschapen


Liefde ooit in de mens geschapen
twee-eenheid die tot heelheid leidt
duldt tweespalt noch een wapen
vraagt enkel om zachtmoedigheid.

Liefde ooit in voorbeeld gegeven
door God als mens zonder macht
heeft zachtheid en vrede verheven
als overwinnaar boven geweld of kracht.

Liefde in vrede en menselijk begrip
boven iedere vorm van oorlog of strijd
eens geboren als kind in een krib
in woord en daad over de aarde verspreid.

Helaas… nóg een droom


Als ik dagen kon beschrijven zonder nachten
de hemel blauw zonder wolken, enkel zon,
tijden van geluk waar mensen altijd lachten
een aarde groen tot aan de verre horizon

samenleving waar alleen liefde overwon
in een leven zonder verdriet of droefenis
beloofde tijd waarin eeuw’ge vrede begon
waarin ieder van de toekomst verzekerd is

dan leeft men in het geloof zeker en gewis
laat men elkaar met respect in eer en waarde
dan gaat daar alles goed en is er niets meer mis
heeft men geluk gevonden op nieuwe aarde.

De aarde weer als een nieuw paradijs zo schoon
als het goed was geweest was dat toch heel gewoon

Kleinstedelijke idylle


Over het plein waar ik schoorvoetend ga
dribbelen enkele duiven voor mij uit
komen koerend naar mij toe als ik even sta
bedelend om korstjes brood of kruim
een echtpaar op wat rijper leeftijd
zit verderop op een bankje en koert eveneens
’t is een onwerelds tafereel van vrede en rust
‘k loop verder, deze idylle wil ik niet storen
en heel in de verte laat een carillon zich horen.