Over duister pad naar het licht


Een donker pad waarover ik liep
oneffen en gevaarlijk was de bodem
langs een ravijn zo peilloos diep
in somber weer met regen en bliksem.

Schaduwen waren vol gevaren
geen lichtpunt dat een richting wees
of bracht mijn onrust tot bedaren
ik liep slechts verder in angst en vrees.

Plots een hand die mij leidde door ’t duister
een stem, die sprak mij vriendelijk aan,
“Houd Mij steeds vast en luister.
Dan zullen we samen verder gaan”.

Zo ben ik aan een open poort gekomen
waar stond, “Hier kun je vrijelijk binnengaan”.
en licht kwam mij in bundels tegen stromen
’t smalle pad werd plotseling een ruime baan.