Varen laat ik mijn gedachten
door ruimten over aarde en zeeën
zwevend langs bergen en over
vlakten waar ruisend riet mij aan jeugd
herinnerd en bomen staan in mijmering
van vele toekomst plannen eens gemaakt
om leven in andere banen te leiden.
En steeds weer keren mijn gedachten
naar slechts dat ene punt waar ik ooit
mijn hoop op richtte om daar geluk
en toekomst bepalend te laten zijn
in eenzijdig weten van begaanbare wegen
langs randen van onherbergzaamheid
komen mijn gedachten uiteindelijk zichzelf tegen.