Vanonder balken schuiven schaduwen
langs helder wit gepleisterde muur
verdiepend naar steeds helder schijnend licht
vervagend weer naar in duistere hoeken
terug naar schaduw van balken en gebint
om te keren in gedaante, vormen
van herkenbaarheid in helder licht beschenen
van zon die door open vensters
gemoed weer rusten laat in goed vertrouwen
als iedere schaduwvorm verder gaat
naar nieuwe ruimte steeds vervagend
nu in nevelige verte van verschiet
waar niet onze ogen kunnen volgen
en gedachten nog zo ver niet gaan
is voor ons onmogelijk stil te blijven staan