Geluk uit mijn jeugd


Ach nog zo graag eenmaal
wil ik zwieren op die schommel
nog één keer een rondje maar
in die oude draaimolen.

Laat me nog eens klimmen
in die appelboom achter op het erf
troost mij daaronder op de grond
plak een pleister op de wond.

Leer mij nogmaals fietsen
op dat rode fietsje
door de laan voor ’t huis
wrijf mijn geschaafde knieën.

Neem weer mijn hand
op weg naar school
droog bij afscheid mijn tranen.
Nog wil ik je voor alles danken.

Essentie van geluk


Je hebt zo op een morgen
dat je opstaat en verwondert
over blauwe lucht
of over mooie wolken
dat je vrij bent van zorgen

zo’n dag dat je geniet
van vogels en bloemen
van vlinders en bijen
de ruime horizon
en elke vriend die je weer ziet

je hebt zo van die dagen
dat je dankbaarheid voelt
voor het licht en het leven
voor zon sterren en maan
en alle liefde je gegeven.

Duinrell


Schilderij vaan Hans Versfelt

Het gonst van opgetogen kinderstemmen
en overal heerst vrolijkheid
uitgelatenheid niet af te remmen
van constante toezicht bevrijd
dollen in achtbaan en molen
en ook nooit worden ze het zat
eindeloos te draaien in het reuzenrad
zo’n pretpark is wel ’t einde
en ’s avonds doodvermoeid
heel braaf hun bedjes in.

Bijna gereanimeerd


Loop vol genot door veld met edelsteen
gelegd bij heldere schijnende maan
onder sterrenpracht van duizend-en-één
op een wereld waar nog sprookjes bestaan.

Langs blauwe hemel zie ik vogels gaan
gedragen door een milde zachte wind
terwijl de stralende zon in haar baan
de gouden draden met haar stralen spint.

En over de wegen loopt blij een kind
laat in haar onschuld zo vrolijk horen
dat ze door het leven diep wordt bemind
al zingend met vroege vogelkoren.

Helaas, mijn jonge jaren zijn voorbij,
maar nu voel ik mij als dat kind zo blij.

Avond van 21-06-anno


Laten we vanavond weer stil genieten
van het zachte suizen van de wind
het versterven van de vele geluiden
het vriendelijk afscheid van de dag
van de laatste zonnestralen

en laten we luisteren naar begeleiding
door het schitterend avondconcert
in hoge eiken en dicht struikgewas
met onze armen om elkaars schouders
op de oude bank op het terras.

Als in Turners tijd


In kleur van gloed en vuur
net even boven kim verheven
schoonheid die in stilte ons verlaat
met spreidende glans
nog eenmaal de avond verlicht
spiegelende straling over water
aard en hemel versmeltend
tot één kleurenfestijn.

Dromerig kijk ik toe tussen de bomen
over ’t rimpelloos meer
hoor nog de laatste zachte tonen
van een gaande dag
die straalde van geluk als alle dagen
waarvan ik nu de laatste
schoonheid genieten mag.