Afrika


Blauwe nevels sieren gindse einder
bergen rijzen op als een watermuur
gele golven over dorre savanne
bijna geen leven tijdens ’t middag uur

recht boven staat daar in al zijn glorie
de niets ontziende brandende zon
men kent niet anders ’t is de historie
van klimaat waar niemand ontwikkelen kon

maar geen klimaat van weersomstandigheden
heeft daar de vooruitgang zo beperkt
reeds eeuwen heeft dit werelddeel geleden

nog gelooft men dat echte hulp niet werkt
men noemt Afrika het verloren werelddeel
alleen de gedachte al vliegt mij naar de keel.

Een zee van vrede


Golven ruisen als komen en gaan van tijd
of als gedachte rusteloos door dagen
die zwaar het water naar de branding dragen
en over lange gerekte kust verspreidt.

En in tijden van een onzeker vragen
hoe het in de toekomst ooit verder zal gaan
breekt plotseling behaaglijk windstilte aan
leren wij elkaar in liefde verdragen.

Ik bid dat dit alle tijden door mag gaan
vrede, vriendschap naar goddelijk behagen
een wereld zoals bij de schepping bedoelt

waar elk voor ieder in de branding wil staan
is het paradijs waar vrede wordt gedragen
daar zal geen angst of pijn meer worden gevoeld