Heer, wij zijn zo bang


Niet steeds zijn wij Uw trouwe dienaren geweest
meenden dikwijls dat wij eigen weg konden gaan
wilden trouw en gehoorzaam zijn aan Uw Geest
maar konden zo dikwijls de verleidingen niet weerstaan
verleid door eigen begeerte en zwakheden
Uw gaven toegeschreven aan eigen verdienstelijkheden.

Nu in deze moeilijke dagen
Kunnen wij niet anders dan onze handen naar U strekken
hoor nu onze bede Heer en hoor ons vragen,
wij bidden U slechts ons vertrouwen op te wekken
dat U ons in die moeilijkheden bij zult staan
wil, o Heer, op die zware weg met ons gaan.

Wees Zelf de hand die ons met kracht wil leiden
Wij zijn zo bang, Heer,wil onze zwakheid bestrijden

Slaapkop


Dooreen genomen slaap ik als een dikke os
En bijna ben ik voor niets wakker te krijgen
Door alles heen snurk ik er echt lustig op los
Ook bij schoonste belofte of ernstig dreigen

Zo dikwijls maakt men zich over mij zorgen
En vraagt zich af hoe krijgt hij het voor elkaar
Hij zal toch wel ontwaken in de morgen
Voor mij is dat toch elke keer geen bezwaar

De nacht is duister dus kan ik beter slapen
Waarom zou ik liggen piekeren en draaien
De dag er op tot vervelens zitten gapen
En gaan slapen als de hanen al gaan kraaien

Hoewel, met vioolmuziek kan men mij raken
Daar kunnen ze me ’s nachts voor wakker maken.