Onder de sterrenhemel zag ik je gaan
Daar eenzaam door die donkere straten
Je gezicht vaag belicht door ’t schijnsel der maan
Gezien door uilen die in de bomen zaten
Jij trok je niks aan van sterren noch maan
Noch voelde je de blikken der uilen
Heel even bleef je daar op dat kruispunt staan
Alsof je van richting wilde ruilen
Maar jij vervolgde je weg door diezelfde laan
En nog even zag ik in ’t maanlicht je gezicht
Totdat je voor je huisdeur bleef staan
En ik dacht “Ze is een schoon gedicht”.
Prachtig!
Ook hier mijn aller hartelijkste dank Anne.