Reeds lang nadat de gasten zijn vetrokken
zit ik nog wat te staren in gedachten
over thema’s waarover wij spraken
over ’t ene woord wat de ander kan ontlokken
gesprekken in gezelschap te verwachten
woorden die niets zeggen of raken
en stilte bij het luiden van de laatste klokken
vertrekt ieder in duister van de nachten
zacht schijnt de maan over de daken
ik schrik op uit mijn waken
op ’t aanrecht staat afwas te wachten
van dat werk kom ik niet af door mokken