Hen die ik heb gekend


In het zwakke schijnsel
dat nachtelijke vlakte vult
zie ik dromerig de velden
met donkere silhouetten
en wacht zonder te weten
wie mij licht zal brengen
om het pad niet te missen
dat ik niet vind zonder flambouw

zie tussen de bomen
schimmen van verleden
hoor ook hun stemmen
door de kruinen reeds gaan
voel hun ademzachte streling
reik mijn handen naar omhoog
ik wil hen minnen lieven
volgen tot voorbij de hemelboog.

Uitbundig mooi


Als een perk van zonlicht
zacht in kleuren van pastel
doordrenkt met teer groen
besprenkeld met lichte schaduw

hier en daar oneffenheid
een bloemknop op tere steel
verwachting tot blozende roos
uit wind en licht ontsproten

een blauwe korenbloem
die heldere hemel weerkaatst
een blanke lelie
als witte slanke taille

daartussen die kleine vergeet-me-niet
uit moederschoot ontstaan
de eenheid in schepping.

Vergevende zomerzon


Uw warmte brengt ons leven
in gaven van liefde en overvloed
wat U ons aan voedsel wilt geven
vanuit Uw schepping wordt gevoed

Uw warmte brengt ons rust en vree
door schoonheid en bloemenpracht
neemt U ons hier op aarde mee
naar wat ons in Uw Paradijs wacht

aardse kou wordt door U verdreven
Uw zomerse zon verwarmd ons hart
als zekerheid dat U wilt vergeven
alle zonde die ons hier zo verwart.