Eeuwen lang bestaat de aarde.
Al vanaf het Paradijs.
Schepping, die de Schat bewaarde,
voor primaire levenseis.
Schat in het leven ingebouwd
en één van vaste waarde,
waar men reeds eeuwen op vertrouwt
en nimmer blind op staarde.
Een Schat die niemand ooit kan zien,
als men er geen oog voor heeft.
Die Schat gaat hem voorbij misschien,
die om “God, noch gebod” iets geeft.
Maar vanaf het begin der aard,
reeds vanaf het Paradijs,
is ieder die Schat zoveel waard,
is ieder daarheen op reis.
Die Schat brengt ons eens de vrede,
eeuwig beveiligd voor roof,
vinden wij op het eind de rede,
in eeuwen lang bewaard geloof.