Één avond de kerk té vol


Weer zal de kerk vullen
van voor tot achter toe
zelf stoelen worden bijgeschoven
de kerkenraad wordt niet moe

ieder geniet van de viering
kerstboom prachtig opgetuigd
en overal hangt versiering,
een behaaglijk warme sfeer

schone liederen worden gezongen
over herdertjes en engelen
die in een kleine stal
samen loven onze Heer.

Maar die arme mensen
met die kleine jongen
kunnen er niet bij,
daarvoor is geen plaatsje meer.

Ave Maria


Waar rust van lawaai wint
en verspreidt in stille akkoorden
geluiden als streling voor gehoor
om uit diepte van genieten
te stijgen tot hemels zachte tonen
ongekend aan aardsgenot.

Zo klinken zacht de klanken
uit orgel, koper en van koren
en wonderschone zang der tenoren
in ruimte met mooiste akoestiek
daar klinkt straks de boodschap na
“Wees gegroet. Ave, Maria!”.

Sonnet op klompen


Ik zou sonnetten willen schrijven
de één na de ander achter elkaar
dat is misschien wel heel erg raar
en moet ik gewoon bij dichten blijven

vermaken doe ik mij met versjes
al lijkt het helemaal nergens naar
beschouw het slechts als vreemd gebaar
tussen boerenkool en spruitjes

ik doe zo wat als ’t maar swingt
en niet teveel op boerenklompen
door stront of mest omdat dat stinkt

ik wil emmers water pompen
met alle meiden op mooie benen
en dansen met hen door straten henen.