Peinzend door de seizoenen


Nog denkend aan die vele jonge jaren
Stoeiend, rennend door het veld
‘k Had nooit gedacht dat ze voorbij zouden gaan
Maar geloofde nog in eeuwige jeugd
Op die plek waar ik ter wereld ben gekomen

’t Is voorbij, de lente en de zomer
De natuur duidt thans het herfsttij
Nu loop ik hier als oude dromer
Mijmerend over de tijd van toen
Op dat pad tussen die hoge bomen
Waar na herfst en winter
Weer nieuw blad zal komen.