Dit aardse leven vraagt slechts dankbaarheid
Het is te kort om te klagen
Het is slechts aan toekomst gewijd
En kan geen verleden dragen.
Geklemd staat het tussen geboorte en dood
Onrust angst en lijden
Ten dienste van Hem die ons gebood
Voor alles het kwade te bestrijden.
En na de dood staat ’t leven niet stil
Maar zullen wij van vreugde dansen
Dan uit zich daar het waar verschil
En ontvangen wij daar lauwerkransen.