Met tal van schatten stellen we de hemel voor
Met beelden van goud en tal van diamanten
Een stad omringd met poorten van ivoor
En grote rijkdom te veel om te omvatten.
Gebouwd van saffier en mooiste edelsteen
Een nieuw Jeruzalem als schone bruid
Daar wenden wij onze blikken allen heen
Ontvangt men ons met tamboerijn en fluit
Hoe anders zal het echter kunnen wezen
Als daar geen enkel aardse waarde is
Daar is in ’t licht van ’t hemelwezen
Aan aardse rijkdom geen enkel gemis
Wat zouden wij van die rijkdom nog dromen
Als ’t enkel liefde is waarin wij tot Hem komen.