Lieve Heer neem mij niet kwalijk
dat ik niet altijd kan geloven
niet altijd glorie zing en halleluja
dat de vlammen wel eens doven
en ik mijn eigen weg dan ga.
Lieve Heer neem mij niet kwalijk
dat ik geen goed gelovige ben
ik hoor dan wel Uw woorden
maar denk dat ik U niet goed ken
omdat vele mij daarvan stoorden.
Als U de mens goed kent lieve Heer
hoe kunt U dan nog naar hem horen
hem hoeden en bewaken dag en nacht
neigt U steeds naar hem Uw oren
zelfs heeft hij U ter dood gebracht.
Maar U bestaat slechts uit louter liefde
in genade wilt U ons aanvaarden
en vraagt van ons niets daarvoor terug
dan dat wij niet in ongeloof ontaarden.