Glans van zeetranen

oester met 11 parelen
Beklim rotsen stijgend uit zee
door zon verwarmd en gedroogd
en wees de nimf waarvan ik droom
omwaaier mij met je lange haren
sla je slanke armen om mij heen

samen duiken wij naar grote diepte
min mij op de bodem van de oceaan
jij mooiste parel uit een oester
in glans van zuiver water gekoesterd
reik mij de tranen der zeeën aan.

Zoektocht


Heel stil heb ik geluisterd
naar woorden die komen in wind
zacht, doordringend gefluisterd
over waar ik werkelijk vrede vind.

’t Is niet in verten te vinden
ik hoef niet tot over de horizon
ook al leek het bij mijn vrinden
heel dichtbij vond ik de bron.

Ik had het nooit gedacht
raakte door zoeken verward
maar hoorde het heel zacht
ware vrede vind je in je hart.