Een braambos brandend
in de woestijn
geen tak verschroeide
ondanks laaiend vuur
laat mij in de woestijn
ook zo branden
met dat felle licht
en laat mij niet verschroeien.
Een braambos brandend
in de woestijn
geen tak verschroeide
ondanks laaiend vuur
laat mij in de woestijn
ook zo branden
met dat felle licht
en laat mij niet verschroeien.
Zwarte duistere wolken aan de hemel
een loodzwaar zwart gevoel in mij
berichten die de mensen schokten
van tegenslagen en somber tij
voelde als van God en alleman verlaten
en buiten brak het zware onweer los
de nacht leek over de dag gaan heersen
geen vreugd geen zon en zelfs geen maan
toen ik op diepst van mijn ellende
de handen vouwde en vroeg om hulp
braken plots de donkere wolken
wierp de zon zijn lichtstralen naar bene
en tekende drie regenbogen
als antwoord en troost op mijn bĆŖ.
Een natuur zonder leven
toekomst zonder streven?
Wat telt?
Trots en levenswerk van de individu
geld, de eerloze roem van nu?
Wat telt?
Verdriet van een mens die huilt om een vriend
verdriet van een boer die beter verdient?
Wat telt?
De tranen van een kind
dat bij thuiskomst zijn lievelingsdier niet vindt?
Wat telt?
Het vertrouwen gewonnen in respect
verachting dat geschonden vertrouwen verwekt?
Wat telt?
Het geld!!!!!!!
Hier lag mijn hart
hier lag mijn taak
in vreugd of smart
hier mijn vertroosting vaak
hier was mijn leven
hier was mijn werk
mijn taak door U gegeven
door Uw zegen sterk
ik zoek de oorzaak Heer
een rede voor mijn verdriet
ik zie geen uitkomst meer
āt is of U het niet ziet
Ik weet, āt is niet om onze zonden,
Heer U verlaat ons niet
want waar wij geen troost meer vonden
stelpte U alleen ons verdriet
o Heer, laat niet onze geest
al zijn wij nog zo overstuur,
angstig en bevreesd,
zo leeg zijn als die lege schuur.
Voor vrede en rechten,
en voor gerust gemoed,
wil ieder vechten,
zelfs sterven als āt moet.
Ieder wil in vrede leven,
bepalen, eigen recht,
naar eigen inzicht streven,
voor āāt goedā, of āāt slechtā.
Voor geluk naar eigen inzicht,
voor zichzelf of vrind,
hoe of waar āt zich ook richt,
of de eerlijkheid verbindt.
Slechts door zelf weten,
en eigen weg bepaald,
en gewoon vergeten,
de ander, die de tol betaalt.
Maar wie in dagelijks werk,
aan principe en normen houdt ,
staat mentaal sterk,
als iemand, die op waarden bouwt.
Iedere dag is verdeeld
in donker en licht
door draaiing wordt āt beeld
op zon of maan gericht
zo draait de aarde
iedere dag
als in āt leven de waarde
van traan of lach
de dag om te werken
in āt licht van de zon
de nacht om ons te sterken
tot de morgen begon
een nieuwe dag om te leven
voor bedrijf en gezin
niet om slechts te geven
om geld of gewin
de aarde draait om de zon
in haar warmte en licht
enā¦.., als āt haar om geld begon
was haar draaiing al lang ontwricht.
Een grote vlakte door gras groen gekleurd
doorsneden met brede sloot en heggen
gevuld door klank van vogels die er leggen
langs rand met silhouet van bos opgefleurd
bijna nergens was rust zo heerlijk te vinden
ideaal die ruimte van āt polders land
natuur nog beheerst met boerenverstand
dagen zwierf ik door āt veld met mān vrinden
slechts zelden ziet men mij er nog toeven
hij ligt daar nog wel als vroeger, de IJsseldijk
schuinover links liggen de Wilsemer hoeven
de molen van Zalk als ik naar rechts toe kijk
mijn polder is veranderd met A-vijftig en Hanzelijn
waar vroeger de rust was, zal nooit meer zo zijn.
Niet altijd is de zee een spiegel van rust
en vlak van horizon tot horizon deinen
waar zonnestralen glanzen in rechte lijnen
en witte vogels zweven van kust tot kust.
Niet altijd zijn golven vriendelijk en teer
die zacht de vlakke schone stranden ontmoeten
alwaar zij Hollands blanke duinen begroeten
maar gaan bij stormwind ook als razende te keer.
Wisselvallig als de zee is ook mijn stemming
niet altijd vriendelijk als zonnestralen
voel ik ook opstandigheid en beklemming
dan verloopt mijn dag met pieken en met dalen.
Ach, ieder mens kent stormen in het leven
slechts vreugde en blijdschap is niemand gegeven.
Zolang domheid
de aarde bevolkt,
zolang zal rijkdom
armoede veroorzaken,
heeft dan soms dom
van domheid
en dom van rijkdom
veel met elkaar
te maken?
Materiƫle rijkdom
is een synoniem
van ponkzucht.
Geld
maakt gelukkig.
Wat kost u
een boswandeling
een prachtige zonsopkomst
of āondergang
een blij gezicht
een kinderlach,
of een avondje
stil genieten in
een prachtige natuur?
Enā¦ā¦.,
hoeveel geluk
bezorgt u dat?
Genoeg is genoeg,
behalveā¦ā¦ā¦..,
genoeg van verdriet,
tegenslag, ellende,
en armoede!!
Dat is
VEEL TE VEEL!!!
Haar ogen straalden
toen ze ja tegen mij zei
herinner ik mij
en denk er ook nog steeds aan.
Ik gloeide als een fakkel.
Warrelende gedachten,
tussen vrees en hoop
zoeken beschutting
in zwijgend vertrek,
willen niet eenzaam
het zicht vertroebelen
maar vinden geen houvast
in samenhang, geen lach.
Leven geremd door gedachten
rusteloos met huilend gemis
gevangen in angst
slechts steun vindend
in woorden van troost
gesproken tot harten
door mensen verscheurd
door ƩƩn Woord bevrijd.
Door het duister stampen ijzeren zolen
en af en toe wordt op deuren gebonkt
en menigeen houdt zich verscholen
bij het schreeuwen van bevelen
houdt men de adem angstig in
bij het naderen van zwaar geronk
terwijl in het spaarzaam licht van een lantaren
weerschijn van helm en banjonet blonk
āHerr Cohen?āklonk snauwend de vraag
āMit kommen! Nein wir haben nicht der zeit
Gein abschied bitte, das komt spƤterā
Ze dacht, over niet te lange tijd komt hij terug
en besloot op hem te wachten
en al die tijd was ze bij hem in gedachten
als de laarzen weer door de straten stampten
in die eindeloze eenzame bange nachten
hoopte ze dat ze hem terug brachten
Er was toch om hem te straffen geen rede
geen enkel excuus voor straf of gevang
hij was een vriendelijk man en hield van vrede
maar nooit is hij bij haar teruggekomen
toch werd hij gedood omdat hij Cohen heette.