Rat met gespleten tong


Overal zijn de ratten
spits bruin of zwart
maar nu blijkt dat
ook de gevaarlijksten
de roden in opmars zijn

leider met spitse gladde snuit
steun van inhalige
dodelijke virussen
zelfs onder eigen ras

preekt met gespleten tong
vrede broederschap door sport
terwijl zijn onbetrouwbaar oog
oorlog en vrede port

getraind in ’t kamp der achterdocht
geaardheid van een sluw despoot
met onderdrukking en verraad
en verbanning tot de dood

verraad en geweld
op onverwacht moment
dat is de “cultuur”
waardoor zijn vaderland
reeds eeuwen wordt gekend.

Rakend

Enkel lopen rillingen over mijn rug,
zonder gebruik van koud water,
door blikken vanbinnen uitgeworpen
altijd doel rakend midden in de roos

blikken vanuit lege ogen en dito ziel
van medemensen die mij niet mogen
om welke duistere rede ook
zijn ze toch inwendig boos

zou niet weten wat ik hen heb misdaan
of op één of andere manier bedrogen
maar als wij zo met elkaar omgaan
klinkt ieder woord zo hol en voos.

Pelgrim

vergezicht-met-boeren-behuizinghutten
Ga ik langs verre paden
ver weg naar verre oorden
zoekend wat ik
nog nooit gevonden heb
zal ik niet vergeten
wat mij verleden
ooit aangeboden heeft.

Maar zie ik stil de wegen
die ik bewandelde voordien
afvragend waarom ik verder ga
en mij niet te ruste zet
roept steeds de verte
trekt als een magneet
ik heb nog steeds
de toekomst niet gezien.

Over de regels

Regels telkens en overal
over zeden en normen
en steeds onderbroken
door witregels
die eigen mening vormen

‘k volg mijn eigen hart
‘t gevoel voor goed of slecht
nooit van regels aangetrokken
‘k blijf liever echt
en oprecht.

Of dat nu wel gehoord is,
ik zou ’t niet weten,
men zal ’t mij heus wel zeggen
en als ’t mij niet aanstaat
moet mén het maar vergeten.

Op afstand

Dichters zijn écht lieve mensen,
heus ik houd heel veel van hen
ze  kunnen hele lieve woordjes schrijven
en noemen zich “Je grootste Fan”.

Uren kan ik hun schrijfsels lezen,
genietend elk vriendelijk woord
met elke reactie moet ik gelukkig wezen
en hen bedanken zo het hoort.

Túúrlijk zijn alle dichters lieve mensen,
uiteindelijk ben ik er zelf ook één,
met mezelf kan ik ’t niet beter wensen
omdat ik alles wat schrijf, echt meen.

Oostvaarder natuur

hert wat minder geluk had
Daar waar die dode kale stronken staan
daar op de bodem van het Markermeer
ziet men haast alleen skeletten gaan
want voedsel te vinden is daar niet meer

ellende waart daar dagelijks rond
dieren vreten elkaar haast op
men juicht omdat men strontvliegen vond
die doen ’t goed, maar dan houd ’t op

van te voren was mislukking een feit
zelfs heel Nederland is te klein
krijgt men verwijt op verwijt
biologen zouden toch wijzer moeten zijn

en nóg wordt dagelijks beweerd
dat dit project “natuurlijk” verloopt
ze hebben in hun kantoor nooit geleerd
dat op den duur de leugen slecht verkoopt.

Niet te diep graven


Waarden die ik altijd heb gesteld
soms lijken ze zo zinloos
als in tijden ik welgeteld
de verkeerde weg koos.

En normen die ik mezelf stelde
daarvan vraag ik mij nu af
of ’t geen emotie was die welde
en dat ’t mij spijt nu achteraf.

Als ik leven moet met al deze vragen
en serieus antwoord wordt verwacht
zou men mij vervroegt ten grave dragen
zeggen; “Hier rust die arme tobber zacht”.

Negatief

Zijn laatste dagen van het jaar
niet anders dan anderen
ze stemmen zo dikwijls droef
wat lieten wij achter
en is niet meer te helen

gedachten over toen in mineur
stemmen tot stil mijmeren
herinnering aan onherstelbaar gebeuren
leegte waardoor geen tijd meer blijft
deze dagen nog positief te vullen.

Naar apotheose


Spiraal van leven en denken
lijnen van enkel gevoel
wegen over bergen en door dalen
lopen door zon en kou

stormen weerstaan en hitte trotseren
de angst overwonnen en
strijden tot het bitter einde
tegen eeuwige onrust en pijn

gaan die weg door ’t leven
niet onderwerpen aan somberheid
maar ’t hoofd geheven
als overwinnaar in de strijd.

Na vele jaren nog

Er is niet zoveel voor mij nodig
om jouw beeld terug te roepen
jouw droeve, melancholische ogen
met toch die kleine tinteling.

Waarschijnlijk had je meer van mij,
je enig zoon, verwacht,
maar ik kon je niet meer bieden
al heb ik dat serieus getracht.

Toch was jij er altijd als mijn vrind
wat anderen van mij zeiden of vonden
ook ik was je geliefde kind
in vele woorden hebben we elkaar gevonden.

Bedankt pa.

Mythisch


Geen godheid heeft hij nodig
dat waant hij zichzelf al
is dan uit chaos geboren
vanuit een vrije val

niemand is edeler of volmaakter
wijst hem de weg te gaan
hij gaat alleen langs eigen paden
waar hij de toekomst dwingen zal

nooit komt hij tot het einde
zijn weg loopt eeuwig door
in eigenzinnig bouwen
geeft hij aan niemand gehoor.

Mijn wens

Laat mijn droom niet ontwaken
gun mijn ziel  de rust

daar waar jouw woorden spreken
ben ik van liefde bewust

ontneem mij niet de illusie
van gelukkig zijn

herhaal zacht mijn gebeden
in een kort refrein

geef mij ruimte vrij te leven
op een wereld vol vree

en mocht je eens vertrekken
ik smeek je, neem mij mee.