Hij nam het brood en brak het.
Hoe moet Hij Zich hebben gevoeld?
“Neemt en eet
dit is Mijn lichaam,
verbroken voor uw schuld”.
Wie zou dat kunnen begrijpen?
Hij nam de beker en zegende deze.
Wat is er door Hem heengegaan?
“Drink allen daar uit,
dit is mijn bloed,
vergoten voor uw schuld”.
Allen waren verbaasd en ontsteld.
“Één van u zal Mij verraden
nog hedenavond word ik uitgeleverd”
En allen vroegen Hem,
“Wie Heer, ík toch niet?”
Ook ik vroeg Hem.
Maar ook ik ben door mijn zonden schuldig.
In brood en wijn geeft Hij de tekenen
van Zijn gebroken lichaam aan het kruis
omdat Hij altijd op ons wil rekenen
Hem te gedenken in Zijn Vaders huis
dat wij altijd Hem zullen herinneren
als onze Heiland die voedt de ziel
ons wil blijven zien als Zijn kinderen
die Hij ieder vergaf die Hem afviel
Hij wil brood en wijn blijven delen
met van Zijn dis uit overvloed
net zoals Hij aan het meer eens velen
met vissen en brood heeft gevoed
bovenal voedt Hij onze zielen met Zijn vrede
vergeeft telkens aan Zijn maal onze schuld
enkel Zijn grote Liefde en gena is de rede
dat Hij onze magen met geestelijk voedsel vult.
Onderuit gezakt zittend in mijn luie stoel
lezend in het allerlaatste nieuws vandaag
komt bij mij de gedachte op in een vlaag
of ik nou eigenlijk nog voor dichten voel
vooral omdat velen mij er om bespotten
en mij raden, man hou er nu toch mee op
al die versjes van jouw zijn echt een flop,
van mij mogen ze met hun gelijk oprotten
tja ik zet nou eenmaal graag wat op papier
en ook al zal niemand dat echt wat zeggen
dat doe ik niet voor hun, maar eigen plezier
je moet niet kakelen maar zelf een ei leggen
schrijven geeft mij tenminste nog meer vertier
dan vroeg de benen van mij af te leggen
Als wind woorden in storm verwaait
tot klanken van loeiend geweld
overstemmen mensen geluid van liefde
wakkert orkaankracht de stilte omver
breken de takken van eenheid.
Als briesje gebladerte van kruinen streelt
en laat het water zachtjes rimpelen
wordt zo menig verkeerd begrip geheeld
en sterken de bomen hun ledematen
als woorden die in rust verschil delen.
Wie noemt me de vele namen van de landen,
de landen waar alleen ellende heerst
leggen verdrukkers en machtsmisbruikers
onschuldigen en machtelozen aan banden
plaatsen zichzelf en vrienden als eerst.
Wie noemt me namen van de vele mensen
die dagelijks gebukt gaan onder terreur,
wie hoort hun klagen, wie hun wensen,
wie eist er ooit voor hen hun vrijheid op,
treedt voor hen in ’t vuur en stelt hen niet teleur?
Wie zal ooit de dictators verjagen,
hen die het slechts gaat om macht eer en roem
zij die alleen het leven en vrijheid belagen
geven om eigen naam en gewin
ieder kent hen wiens namen ik niet noem.
Drie maal “wie” heb ik gevraagd,
rest mij dat hier nog eenmaal.
Wie ziet de kinderen die het slachtoffer zijn,
de toekomst voor een vredige wereld
en voelt niet hun angsten en hun pijn?
Tijd tekent verleden
in banen van schaduwen
die onwrikbaar hechten
tussen hoeken en kieren
van vastgelopen heden
waar geen licht komen kan.
Toekomst werpt haar schijnsel
door ramen van hoop
die het mogelijke beschrijven
schaduwen te breken
hoeken en kieren ontsluiten
en wijst weer weg naar licht